Lensfouten in hoeken wegwerken

Wanneer we RAW foto’s uit bridge camera’s halen, is de kans groot dat er zogenaamde fouten staan in de hoeken van de foto. Dit zijn geen fouten, maar een volledige opname van de sensor. Wanneer we bijvoorbeeld een JPEG afbeelding maken met het fototoestel, zal de camera automatisch de foto corrigeren zodat deze hoeken weggewerkt worden. Hieronder de foto met de niet weggewerkte hoeken :

Schermafbeelding 2020-04-11 om 17.11.06

Echter is dit niet het geval bij RAW foto’s. Daar moet je dit achteraf nog doen dmv de software. Sommige pakketten zoals Lightroom doen dit automatisch (ook al staat de lenscorrectie uit), bij andere moet je de module Lenscorrectie aan zetten. Hieronder het resultaat na het aanzetten van de lenscorrectie met het programma Darktable.

Schermafbeelding 2020-04-11 om 17.11.49

Een bijkomend voordeel is dat lensfouten (bv bolvormige of kussenvormige vervorming) ook weggewerkt worden.

Lensfouten Deel 2 : Lensflare

Lensflare is een ongewenste reflectie in een objectief veroorzaakt door een sterke lichtbron zoals bijvoorbeeld de zon. We herkennen lensflare aan de volgende zaken :

  • Ronde heldere vlek (meestal groene schijn).
  • Dikwijls is het een reeks vlekken die in dezelfde lijn liggen.

Oplossing :

  • De lenskap. De zijdelings invallende lichtstralen worden zo tegengehouden en de kans op lensflare wordt veel kleiner.
  • Het diafragma kleiner maken.

Soms echter kan lensflare toffe foto’s opleveren zoals op de foto hieronder.

lensflare

RAW bewerking

Veel mensen hebben me in het verleden gevraagd om eens uit te leggen hoe een RAW bewerking eigenlijk in zijn werk gaat. Hier een korte samenvatting van hoe we dit best kunnen doen.

Voorbereiding en foto’s nemen.

Om de nabewerking van foto’s vlot te laten verlopen zijn er enkele zaken die belangrijk zijn tijdens het nemen van de foto :

  • Ten eerste een goede opname nemen, dus een zo correct mogelijke belichting, witbalans en kadrering instellen waardoor er achteraf minder werk moet gestoken worden in de nabewerking. Fotograferen door de optische as is een aanrader (zeker bij gebouwen).
  • Kies een goed formaat : RAW foto’s hebben een grotere bitdiepte (meestal 14bit) en detail en daardoor zullen uw foto’s er beter uitzien. Als we JPEG gebruiken, dan verliezen we veel in de hooglichten en er is verlies door compressie doordat de bitdiepte veel lager is (8bit). Ook zijn uitgebrande delen bij een JPEG definitief verloren, waar we deze info bij een RAW formaat wel nog deels kunnen recupereren. Bij een crop sensor kunnen we maximaal 1&1/3 stap licht recupereren en bij full frame camera’s kunnen we soms tot 2 stappen gaan.
  • Zie dat de foto scherp is, want onscherpe foto’s scherp maken gaat niet. Enkel lichtjes onscherpe foto’s kan je nog wat bijwerken.
  • Kies tenslotte een goede RAW bewerker : Darktable, Lightroom, Photoshop, …

Voorbereidende stappen.

Tijdens de RAW bewerking zijn er bepaalde stappen die we eerst uitvoeren alvorens we de feitelijke RAW bewerking gaan doen. De reden is dat deze nog een grote invloed kunnen hebben op de belichting van de foto.

  • We voeren een lenscorrectie uit waardoor de lensfouten van de foto gecorrigeerd worden.
  • Daarna zetten we de foto recht (als hij scheef staat).
  • Indien nodig snijden we de foto bij (crop).
  • We voeren eventueel bijwerkingen uit met het kloon gereedschap.
  • We passen eventueel lokaal de belichting aan.

RAW bewerking.

Hierna gaan we over tot de RAW bewerking, m.a.w. de correcte instelling van de belichting van de foto. Belangrijk is dat we de grafiek ofwel het histogram in het oog houden.

Het histogram is als volgt ingedeeld : links staan de donkere gedeeltes van de foto en rechts de lichte delen van de foto. Uiterst links staan de zeer donkere delen en uiterst rechts de zeer lichte delen. Bovenaan links en rechts staan pijltjes. Als deze wit van kleur zijn of ze hebben een andere kleur, dan weet je dat er overbelichting aanwezig is. Geen kleur wil zeggen dat er geen overbelichting is. Wit wil zeggen dat alles uitgebrand is.

Schermafbeelding 2019-06-12 om 13.14.05

Onder de grafiek krijgen we ook nog te zien met welke camera instellingen de foto genomen is.

We volgen volgende stappen chronologisch tijdens de bewerking :

  • Pas de witbalans aan zodat deze correct is.
  • Daarna corrigeren we de algemene belichting, dus gans de grafiek wordt aangepast. Voor de belichting werken we best per 1/3 stap zoals bij een fototoestel. Dit om eenzelfde manier van werken te behouden en zo weten we beter hoeveel licht we toevoegen of weglaten.
  • Vervolgens corrigeren we de schaduwen en witte tinten.
  • Tenslotte de hooglichten en zwarte tinten.
  • Hierna corrigeren we de ruis. Bij de oudere toestellen hebben we meer last van kleurenruis (rood/groen/blauwe ruis) en bij de nieuwe is het eerder gewone ruis (ofwel witte ruis, m.a.w. over het ganse lichtspectrum).

Ons doel is dus om een uitgebalanceerde curve te hebben zonder uitgebrandde delen.

Lensfouten deel 1 : Moiré Effect

Een moirépatroon is een interferentiepatroon dat ontstaat als twee sets met lijnen over elkaar heen gelegd worden onder een iets verschillende hoek, of als zij een iets verschillende lijnafstand hebben.

220px-Moire2grd

De term komt van het Franse moiré, oorspronkelijk een soort zijde, maar tegenwoordig ook wel van katoen of kunstzijde, met een waterachtig uiterlijk.

Moirépatronen kunnen ontstaan als meerdere gelijksoortige patronen op elkaar geprojecteerd worden, bijvoorbeeld als twee dunne stoffen, zoals zijde of vitrage, die over elkaar heen worden gelegd, maar ook als een reeds gerasterde (kranten)foto nogmaals afgedrukt wordt en daarmee nogmaals gerasterd wordt, of als lijnen op papier of op een computerscherm worden getekend. Doordat de lijnen of punten van de twee rasters op sommige plaatsen naast elkaar staan, op andere plaatsen over elkaar heen vallen, ontstaat een patroon van lichte en donkere banden, die bovenop de onderliggende lijnen geprojecteerd lijken. Complexere moirépatronen ontstaan als de lijnen gebogen zijn, of niet volledig parallel. Van moirépatronen wordt gebruikgemaakt in de popart.

Moirépatronen komen vaak voor als ongewenste neveneffecten van digitale beelden. Zo kan een moirépatroon optreden als de horizontale streepjes van een overhemd van een presentator op de televisie interfereren met de lijnen van de tv. Het moiré-effect is een speciaal geval van aliasing, die ontstaat doordat er te weinig samples genomen worden van een fijn patroon.

Lichteigenschappen

In de fotografie of andere afbeeldingskunsten moeten we het hebben van de schaduwwerking van het licht. Hierdoor krijgen we een 3D gevoel van de foto of tekening.

Hier enkele eigenschappen van lichtbronnen die we in ons achterhoofd moeten houden wanneer we een persoon of object willen belichten en wat dit als gevolg heeft voor de schaduwwerking.

  • afstand van de lichtbron tot het onderwerp
  • grootte van de lichtbron
  • intensiteit of sterkte van de lichtbron
  • hoek van de lichtbron t.o.v. het onderwerp : frontaal, zijdelings, tegenlicht, boven, onder
  • hard & zacht licht
  • soort van lichtbronnen

Afstand van de lichtbron tot het onderwerp

Met de afstand bepalen we de grootte en de intensiteit van de lichtbron.

Een grote lichtbron op verre afstand (bijv. de zon) wordt een kleine lichtbron t.o.v. het onderwerp.

Belangrijk : Wanneer je de afstand tussen de lichtbron en het onderwerp verdubbelt, zal de hoeveelheid licht die het onderwerp bereikt met een factor 4 afnemen. Je zal dus 2 stappen licht moeten toevoegen om eenzelfde belichting te krijgen. Bij een verdriedubbeling heb je al een factor 9!

Grootte van de lichtbron

Hoe groter de lichtbron, hoe kleiner de schaduwen en hoe zachter de overgang van licht naar donker. Een kleinere lichtbron geeft duidelijker afgelijnde schaduwen.

Intensiteit of sterkte van de lichtbron

De intensiteit van de lichtbron is één van de belangrijke factoren die mee de lengte van de sluitertijd bepaalt. Hoe intenser de lichtbron, hoe korter de sluitertijd kan zijn.

Hoek van de lichtbron

Frontaal licht : weinig schaduwen en dus een vlakkere foto.

Zijdelingse lichtbron (licht dat meer onder een hoek komt) : geeft veel meer schaduwen en dus meer 3D gevoel. Dit is ideaal om structuren (van bijv. de huid) weer te geven.

Tegenlicht : geeft een duidelijk afgelijnd onderwerp en maakt dit los van de achtergrond. Het onderwerp staat dus volledig in de schaduw.

Onderlicht : Het geeft een theatraal, absurd beeld en wordt eigenlijk alleen maar gebruikt voor speciale horror-effecten.

Bovenlicht : hangt ongeveer recht boven het object en wordt weinig toegepast, omdat de schaduwen er een lelijke richting door krijgen. Er wordt ook diepte gesuggereerd, en bovendien is de kleurweergave niet goed, omdat de loodrechte vlakken daardoor re weinig licht krijgen.

Hard & zacht licht

Hard licht : wordt meestal door de volgende lichtbronnen veroorzaakt : zon, lamp zonder diffuser, LED zaklamp

Zacht licht : dit kunnen we maken d.m.v. een softbox of een diffusor. Ook een wolkendek kan als diffusor dienen. Zacht licht geeft meer een jeugdig, dromerig karakter aan een foto.

Let wel dat het licht niet te schaduwarm wordt want dan wordt de foto te vlak en dus saai of oninteressant.

Soorten van lichtbronnen

We hebben verschillende soorten van lichtbronnen waardoor we een verschil krijgen in temperatuur (warm of koud licht).

Hieronder hebben we lichtbronnen die we op shoots regelmatig gebruiken :

  • zonlicht (warm)
  • studioflitsers (warm)
  • bouwlampen (halogeen – warm)
  • zaklampen (led, gloeilamp)
  • TL-lamp (tungsten, koud)
  • kaarslicht, vlammen (warm)
  • LED verlichting (warm of koud)
  • UV licht (vooral in combinatie met reflecterende oppervlakken gebruiken, bijv verf, wit oppervlak)

Stop-Motion video

Naast de klassieke fotografie kunnen we met een camera nog toffe creaties maken  : Stop-motion video’s. Dit is het maken van video’s dmv verschillende afzonderlijke beelden (foto’s) te combineren tot een film. Echter zal bij een stop-motion film het beeld niet 100% vloeiend zijn, maar is er een langere tijd waarbinnen elk frame getoond wordt en waardoor de film ‘schokkerig’ overkomt.

In de films die ik maak zijn het 5 frames (foto’s) per seconde.

We gaan als volgt te werk :

  • We stellen de camera op een statief en gebruiken best een draadontspanner die we op ‘continu’ stand zetten. De camera blijft dus het signaal krijgen dat hij moet foto’s nemen.
  • Belangrijk is ook om niet in RAW te werken maar in JPEG en de focus op manueel te zetten. Dit om geen intervallen te hebben en dat de data die naar de geheugenkaart wordt geschreven sneller gaat dan de hoeveelheid data die geproduceerd wordt. ook zetten we de resolutie niet te hoog (liefst iets hoger dan full HD maar zodat we geen onscherp beeld krijgen bij het omzetten naar video).
  • Een snelle geheugenkaart is een must! Dit zorgt voor een kleinere kans op intervallen.
  • Na de opnames kunnen we de foto’s combineren tot een video met o.a. Lightroom of Openshot. Openshot is een echt video bewerkingspakket dus hier zijn de mogelijkheden groter qua overgangen en muziek toevoegen. Lightroom echter heeft het voordeel dat je eerst de foto’s gegroepeerd kan bewerken en ze daarna om kan zetten tot video.

Hieronder enkele voorbeelden van mijn stop-motion video’s :

Motion Man : https://youtu.be/2Hu4DN0dvSY

Breathe : https://youtu.be/ZJrlq1NteEY

 

Workflow Deel 3 : Na de reportage

Na de reportage zijn er enkele zaken die belangrijk zijn :

  • Zie dat er onmiddellijk een backup wordt genomen van de foto’s en zie dat er op de computer minstens 2 kopies zijn (originele foto en kopie). Beter zou zijn 3 kopies.
  • Je verwijdert de foto’s pas van het fototoestel wanneer er voldoende back-ups zijn genomen.
  • Als we de dag erna fotograferen : controleer of alle batterijen opgeladen zijn en of we genoeg geheugen vrij hebben (kaartjes).
  • Zet de foto’s op een begrijpbare manier op uw harde schijf. Maw een goed bestandsbeheer is belangrijk. Ook erop letten dat je bv door 1 map te slepen direct een backup kunt nemen.
  • Kies een goede bewerkingssoftware waar je vlot mee kan werken en die het toelaat om bewerkingen te synchroniseren zodat je tijdswinst hebt.
  • Voor de bewerking : kijk goed naar de grafiek en leer denken in getallen zodat je niet moet beginnen werken met de muis om waardes aan te passen.

Workflow Deel 2 : Tijdens de reportage

Tijdens de fotoreportage is het belangrijk dat we volgende zaken in acht nemen :

  • Stel de camera correct in (stand, ISO, sluiter, diafragma).
  • Stel de camera op het juiste bestandsformaat in (bv RAW of JPEG).
  • Zie dat we ook de juiste afmetingen van de foto instellen (grootte).
  • Neem tijd om een foto te nemen. Denk goed na over de belichting en kadrering zodat je achteraf minder werk hebt. Bij straatfotografie bijvoorbeeld heb je dikwijls deze tijd niet en is het moment van de foto zeer belangrijk.
  • Neem voldoende pauze (zeker tijdens een fotoshoot).
  • Tijdens een fotoshoot ook het model respecteren en dus regelmatig iets te drinken aanbieden of een hapje te eten.

Workflow Deel 1 : De voorbereiding

Wanneer we gaan fotograferen is het belangrijk dat we een goede workflow hebben. Dit om o.a. volgende redenen :

  • Zien dat je het juiste materiaal meeneemt (fotomateriaal, kleding).
  • Dat je op voorhand al weet welke mogelijke foto’s je gaat nemen.
  • Dat je dikwijls al gaat nadenken over de mogelijke nabewerking die je gaat toepassen. Belangrijk is dat we op voorhand voorbeelden zoeken.
  • Dat we niet teveel tijd verliezen.
  • Dat we niet onnodig liggen zoeken naar plaatsen, materiaal, enz.
  • Dat de nabewerking vlotter gaat.

Afhankelijk van het type fotoreportage is het dikwijls belangrijk om een goede voorbereiding te doen. Eén van de belangrijkste dingen die we moeten nazien is het materiaal en de kleding.

Denken we o.a. aan volgende zaken :

  • Voldoende opgeladen batterijen en geheugenkaarten.
  • Voldoende eten en drinken (bij daguitstappen).
  • Bereikbaarheid voor het thuisfront (GSM meenemen).
  • Het correcte fotomateriaal meenemen : het heeft geen zin om groothoeklenzen te gaan meesleuren als je bijv. macrofotografie gaat doen.
  • Voldoende warme kleding (zeker bij urbexfotografie of fotografie in de winter).
  • In de zomer is het belangrijk van veel drinken mee te nemen alsook een goede zonbescherming.
  • Kennis van de omgeving zodat we weten wat we kunnen verwachten/fotograferen.

Wanneer we bijvoorbeeld een urbex reportage gaan maken zijn er zaken zoals locaties (met ook reservelocaties), uitrusting (kleding, etc), zaklampen, enzoverder zeer belangrijk. Als we bijv. geen reservelocaties hebben kan het wel eens zijn dat we ver rijden en voor een afgebroken pand staan. Handig is dan om enkele locaties in de buurt te hebben zodat we daar naartoe kunnen gaan.

Bij modellenshoots moeten we op voorhand best al een goed moodboard hebben (ideeën en eventueel voorbeeldfoto’s). Ook denken we hier best aan de kleding/attributen die we gaan gebruiken alsook de setting waar we gaan fotograferen.

Als we op reis gaan is het belangrijk dat we de batterijlader (met stroomkabel) meenemen. Anders zal het fotograferen snel gedaan zijn en mis je een deel van uw reis.

HDR tist

Er bestaat een compact en handig programma om HDR en pseudo HDR foto’s te nemen. Dit heet HDRTist (enkel voor OSX beschikbaar) en we kunnen dit downloaden van de volgende site :

http://www.ohanaware.com/hdrtist/

Het programma kan met de meeste gangbare RAW formaten overweg, alsook met JPEG afbeeldingen. Wanneer we met dit programma een nieuwe (pseudo)HDR willen maken, slepen we de foto’s vanuit finder ernaartoe en bepalen linksonder de sterkte van de HDR. Nu moeten we enkel nog opslaan en klaar is kees.

Schermafbeelding 2018-01-22 om 13.38.10