De meeste fotocamera’s hebben allemaal de volgende onderdelen die van belang zijn om te kunnen werken :
- Objectief : Dit is een lenzensysteem en het projecteert het beeld op de sensor.
- Diafragma : lichtregeling
- Sensor : ontvangt het licht
- Beeldprocessor : verwerking van de data
- Kaartlezer : opslag van de foto’s
- Beeldscherm : foto tonen of laten zien wat de camera ziet
Een compactcamera werkt als volgt : het onderwerp (1) wordt d.m.v. een objectief (2) dat bestaat uit lenzen (3) en een diafragma (4) geprojecteerd op een sensor (5). Dit is een lichtgevoelige plaat die het opgevangen licht doorgeeft aan de beeldprocessor (6), welke het omzet naar een voor ons begrijpbaar beeld (7). Dit beeld wordt dan opgeslagen d.m.v. een ingebouwde kaartlezer op een geheugenkaartje dat in de camera zit.
Het beeldscherm zal ook het doorgegeven beeld van de sensor weergeven.